Hengelsportvereniging
't Veentje
Terug naar: Specials
(2012-11) Er is in Gieten een hengelsportvereniging, luisterend naar de naam 't Veentje. De naam verwijst naar veengat/plas "Het Boekweitenveentje" tussen Eexterhalte en de snelweg Gieten-Emmen, de N34.
De vereniging werd voor de oorlog
opgericht, maar wanneer precies is niet bekend. In het jaarverslag 1954-1955
staat te lezen: "Volgens de gegevens, die men kan achterhalen blijkt dat onze
vereniging 25 jaar bestaat..." Dus we mogen gevoeglijk aannemen dat de
vereniging in het seizoen 1929-1930 is opgericht.
Voor de oprichting werd er op de plaats van 't Veentje turf gegraven. Dat turf
was voor eigen gebruik van de diverse eigenaren van het veengebied, die voor het
grootste deel uit Gieten
afkomstig waren. Toen de visclub werd opgericht werd de plas van de eigenaren
gehuurd. Er kwam al snel vis in de daar ontstane plas, ook al omdat er bewust
vissoorten werden gepoot. Ja zo
heet dat, net als aardappels worden vissen gepoot! Zo valt in de notulen van 23
november 1940 te lezen dat 1000 éénjarige pootkarpers werden uitgezet. Die
werden voor het mooie bedrag van
50 gulden gekocht van de Nederlandse Heidemij. De brasem en voorn werd bij
voorkeur betrokken bij Boer uit Noordlaren. De vis was gezond en hoefde niet van
ver te komen. Jan Woldman was lid
van de club en zorgde mijn zijn vrachtauto voor de aanvoer. Op de auto een tank
en wat vaten, die door de firma Udema welwillend voor dit doel werden afgestaan.
In 1930 werd er vis gepoot. Klik op
de hoofden om te zien wie dit allemaal zijn.
In 1956-57 ging men ook karper poten
in het nabij 't Veentje gelegen Jonkerzandgat, zodat de vissers zich wat meer
over het beschikbare viswater konden spreiden.
Vervelend voor de vereniging waren twee telkens terugkerende problemen. In de
eerste plaats was dat de hoge Ph-waarde, de zuurgraad van het viswater en in de
tweede plaats was dat de dichtgroeiende oevers.
Voor het eerste probleem werd er jaarlijks kalk gestort. En ook was er het idee
om de door Tom, onze particuliere vuilnisman,
verzamelde as in de plas te laten storten, want deze as bevatte ook veel kalk.
De dichtgroei van de oevers en het daardoor aan de randen steeds ondieper worden
van de plas werd aanvankelijk bestreden door een jaarlijkse ronde 'rietpollen
trekken'. Verder bouwde men
dammen en vlonders. Men gebruikte hiervoor aangekochte takkenbossen uit de
Staatsbossen of uit het Zwanemeerbos. Ook stropakken en spoorbielzen werden voor
het bouwen van dammen aangewend. De spoorbielzen kreeg men onder voordelige
voorwaarden van
onze plaatselijke padvinders.
Dat op peil houden van de visstand en het onderhoud kostte een mooie duit en
moest worden opgebracht uit de contributiegelden. In 1940/41 bedroeg
de contributie 1 gulden per jaar en in 1955 was dat een
rijksdaalder. Hoeveel leden telde de vereniging doorheen de tijd eigenlijk? Even
een staatje dat een mooi overzicht geeft:
Jaar | ledenaantal |
1943 | 74 |
1950 | 93 |
1955 | 101 |
1956 | 145 |
1968 | 283 |
1982 | 578 |
1990 | 336 |
1995 | 298 |
2000 | 279 |
2005 | 250 |
2010 | 194 |
Je kon als niet-lid
ook wel vissen in 't Veentje. Maar dan moest je een dag- of weekvergunning
kopen. Die kon je krijgen bij het café van Piet Huting, bij smid Kamps op hoek
Boddeveld/Stationsstraat (waar je ook visspullen kon kopen) en bij de controleur
van de visplas Jan Zikken. In latere jaren kon je ook terecht bij Js. Huizing,
die aan de Asserstraat
vlakbij de oprit naar t'Veentje woonde.
In de jaren veertig en daarvoor werd de vis, zoals snoek, baars en karper, maar ook brasem (graatrijk!) en voorn meegenomen naar huis. Daar werd het dan onderdeel van het weekmenu. Als er dan eens een 'dik exemplaar' werd gevangen, dan werd daar in de media verslag van gedaan. Elders op deze site kunt u lezen over de vangst van Jan Zikken van 'Bokkenmond' van zo'n monster van een snoek. En hoe dat in een lokale krant leidde tot een berichtenwisseling op rijm.
Maar Jan Zikken was niet de enige die dikke snoeken kon vangen. Ook Js. Huizing kon er wat van. Op onderstaande foto toont hij in 1954 trots een exemplaar van 21 pond en 4 ons. Het Nieuwsblad van het Noorden van 26 januari 1954 berichtte er ook over.
De bestuurskosten waren doorheen de jaren niet heel erg hoog. Het meeste werk
deed men voor niks. Alleen Jan Zikken kreeg een onkostenvergoeding voor het
ophalen van de contributie, het
rondbrengen van convocaties, controle bij de visplas en dergelijke. Later werd
de uitreiking door Js. Huizing van de dag- en weekvergunningen ook nog een
bescheiden kostenpost. De overlast
werd namelijk jaarlijks afgekocht met een koek of cake voor de vrouw van Jans. Ook kreeg
Jans nog eens een mooie ingelijste foto voor 'op bozzem' cadeau van de grandioze
vangst van die grote snoek.
In de jaren 70 werd in verband met aansprakelijkheid van bestuursleden en de
verplichting van goedgekeurde statuten de hengeslsportvereniging "Het Veentje"
op 18 juni 1975 nogmaals
opgericht.
De hengelsportvereniging anno 2012
We hebben bij Jans Pepping, bestuurslid van de visclub gevraagd hoe het er nu
voor staat met de vereniging. Hij vulde het staatje met ledenaantallen hierboven
aan met actuele cijfers. Er valt niets anders te concluderen dan dat het
ledental behoorlijk is teruggelopen. Slechts 18 jeugdige vissers zijn in
het bezit zijn van de Vispas, dus de toekomst ziet er wat dat betreft niet
zonnig uit. In tegenstelling tot vroeger worden er tegenwoordig geen speciale
activiteiten meer voor de jeugd georganiseerd. Wat wel bijzonder is, is dat de
vereniging al jaren wedstrijden organiseert voor bewoners van verzorgingtehuis
Dekelhem en de aanleunwoningen. Ook zijn er nog steeds de viswedstrijden voor
senior-leden: er is een dinsdag-avond-, zaterdag-, en woensdagmiddag competitie.
Het aantal deelnemers aan de wedstrijden laat evenwel, net als het ledenaantal,
een daling zien.
Dit verhaal is gebaseerd op een artikel van Jakob Speelman in Ons Erfdeel, Tijdschrift van de Historische Vereniging Gemeente Gieten, mei 2000
Terug naar:
Specials