Mijn herinnering ....



"Nou moet u natuurlijk wel goed begrijpen dat Gieten het mooiste dorp van de Hondsrug is". Deze woorden werden in het najaar van 1982 tot mij gesproken door Ziens Pepping. Als aankomend predikant had ik in het Verenigingsgebouw aan de Eexterweg een gesprek met de beroepingscommissie van de hervormde gemeente. Ziens was daar lid van en hij deed niet alleen een goed woordje voor de kerk maar ook voor het dorp. Het gesprek met de commissie verliep in een prettige sfeer. Het resultaat was dat ik op 2 januari 1983 als predikant in Gieten bevestigd werd.
Voor mijn vrouw Monique en mij brak een periode van grote veranderingen aan. Vanuit het studentenleven in Groningen naar een dorp. Hoe zou dat zijn? Van twee anonieme inwoners van een grote stad werden we opeens "dominee en mevrouw". Hoe ga je daar mee om? En, last but not least: ruim een maand na mijn bevestiging zou ons eerste kind geboren worden. Dus niet alleen maar "dominee en mevrouw", maar ook nog vader en moeder! Uitdagingen genoeg dus....... De ontvangst in Gieten was in die eerste maanden warm en hartelijk. Zowel van binnen als buiten de kerkelijke gemeente kregen we heel veel reacties op de geboorte van onze zoon Mark. We voelden ons echt welkom en dat gevoel is ook nooit meer weggegaan.
Als beginnend predikant kreeg ik de ruimte om mijn eigen weg te zoeken, uiteraard in samenwerking met de kerkenraad, en als gezin (later werden onze dochter Mirjam en onze zoon Bas geboren) konden we onszelf zijn. Er wordt wel eens gezegd dat je als predikantsgezin in een glazen huis woont, maar zo hebben wij dat in Gieten bepaald niet ervaren! We waren dorpeling met de dorpelingen. Zo bewaar ik bijvoorbeeld goede herinneringen aan de vele uurtjes zaalvoetbal in de sporthal. Later heb ik ook nog met veel plezier menig balletje mogen slaan op de tennisbaan.
Dat Ziens Pepping destijds gelijk had met zijn uitspraak, hebben we gaandeweg ook ontdekt. Gieten is inderdaad een prachtig dorp in een prachtige omgeving! Daar hebben we al die jaren erg van genoten. Vooral op de fiets kun je heel wat moois ontdekken.
Er waren natuurlijk ook dingen waar ik aan moest wennen. Toen ik begon in Gieten was Gerard Nijenhuis nog predikant in Eext. Hij vertelde me dat ik er wel op bedacht moest zijn dat het Drents een taal met een min-teken is, zoals hij het omschreef: "Als ze vinden dat je mooi gepreekt hebt, dan zeggen ze dat ze het wel eens minder hebben gehoord". Het was goed dat Gerard mij hier op wees want dat schiep wel de nodige duidelijkheid! Zo hoorde ik op een gegeven moment dat er bij een bepaalde familie problemen waren en dat men heel graag bezoek van de dominee wilde hebben. Ik belde om een afspraak te maken en vroeg of het goed was als ik eens op bezoek kwam. Het antwoord was niet "Ja graag!", maar "Ja hoor, dat mag wel"........ Wat ons in al die jaren in positieve zin getroffen heeft, is de gemoedelijkheid en de betrokkenheid op elkaar. De naoberschap was in die jaren nog springlevend. Er werd nog echt naar elkaar omgezien. Van harte hoop ik dat dat nog steeds het geval is!
Mooi waren ook de namen van straten en buurtschappen: De Veenhof, Kerspelstraat, Dingspelstraat, Zaalsteden, Bonnen en niet te vergeten Achter 't Hout. Mede hierdoor werd mijn belangstelling voor de geschiedenis van Drente gewekt. Wat was bijvoorbeeld een kerspel en wat was een dingspel? En waarom was (en is) er zo'n groot verschil tussen het zand en het veen? Dat verschil viel toen samen met het onderscheid tussen vrijzinnig en rechtzinnig. Toen ik een keer moest preken in Gieterveen werd ik netjes ontvangen, maar er heerste ook een beetje een sfeer van "Kan er uit Gieten iets goeds komen?"
In sommige buitengebieden was die geschiedenis trouwens nog zichtbaar en tastbaar aanwezig. Ik herinner mij dat ik in huizen en boerderijen geweest ben waar nog geen gasaansluiting was en waar nog met turf gestookt werd. Als ik daar dan op bezoek was, was ik van voren warm, maar had ik wel een koude rug! Van oudsher was de hervormde gemeente van Gieten vrijzinnig. Doordat in de loop van de jaren ook mensen met een meer rechtzinnige achtergrond hier kwamen te wonen, ontstond er een "mix" waar ik als predikant goed mee kon werken. De kerk staat nog altijd midden in het dorp en vrijwel iedereen vindt dat dat ook zo moet blijven, ook al komt men er zelf niet of nauwelijks. Wat dat betreft heb ik in Gieten geleerd dat de mate van betrokkenheid bij de kerk niet enkel is af te lezen aan de zondagse kerkgang! Zo werd er bij vele begrafenissen en crematies een beroep op mij gedaan. Ik heb daar altijd van harte aan meegewerkt. Het was ook een manier om in contact te komen met families die ik wellicht anders niet ontmoet zou hebben. Betrokkenheid bij de kerk was er bijvoorbeeld ook bij de dames van de vrouwenvereniging en bij degenen die meededen met de gesprekskring. Men beleefde daar op een andere manier iets van samen-kerk-zijn. In 1991 kreeg ik een beroep naar de hervormde gemeente van Loenen op de Veluwe. Na bijna negen jaar was het goed om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Toch viel het afscheid mij en mijn gezin zwaar. We hadden immers een geweldige tijd in Gieten gehad waar we nog altijd met plezier en dankbaarheid op terugzien. En nog altijd is het goed om zo af en toe mijn eerste standplaats te bezoeken. Vanuit Loenen uiteraard met de auto, maar onze zoon Mark, die vele jaren in Groningen gewoond heeft, nam vrijwel altijd Gieten op in zijn route wanneer hij er met zijn racefiets op uitging. Inmiddels wonen wij al weer heel wat jaren met veel plezier in Loenen. Ons dorp wordt ook wel de "Parel van de Veluwe" genoemd. Dat is een eretitel die ook goed bij Gieten zou passen, want voor ons is Gieten de onbetwiste "Parel van de Hondsrug"!.

Hans van Driel.