De film begint in 1958 bij de 'Centrale bakkerij'. Ik meen daar in ieder geval Bertus Pranger en Wars Meijerink te herkennen. Dan een baby in een kinderwagen. 1958, wie zal dat zijn geweest? Een kleine Hilbolling? Dan zien we daar met pet op Berend Speelman en de oude mevrouw Ottens. Voor de baanderdeuren van transportbedrijf Woltman houdt hond Robbie trouw de wacht.
Dan gaan we naar de Oude Wildervanksterweg en dan zie we een half afgebroken huis. Dat moet in de tuin geweest zijn van Abee. Vergelijk het met de andere foto's op deze pagina. Ik denk dat de hele familie Abee hier ook rondloopt. Blijkbaar waren er verkiezingen in aantocht, want er hangt een groot PvdA plakkaat op het huis. (De tweede kameverkizingen waren pas in maart 1959!) Dan komt Harm van der Veen, kenmerkende alpinopet op zijn hoofd, met paard en wagen voorbij. Hij zal ergens in 't Noordveen aan het werk zijn geweest.
En dan wordt het 1966 en de oude mevrouw Ottens loopt er nog altijd kwiek over. Jo Venema werkt bij Ottens in de garage en is denk ik net op weg om een klant bij de Esso-pomp te gaan helpen. Dan zien we de ontmoeting tussen grootmoeder Lammechie en kleindochter Hennie Ottens. En wie daar heel goed oplet ziet op de achtergrond in de tuin bij de boerderij een jongen met een bal... Ja, dat ben ik ! (Henk)